Een goed geschreven tekst is essentieel om goed te kunnen leren. E-learningcontent moet goed leesbaar zijn, zodat deelnemers zich moeiteloos en volledig kunnen focussen op de inhoud. In deze blog vind je zeven tips om heldere e-learningcontent te schrijven.
Belangrijke schrijftips voor als je e-learningcontent maakt:
Je kunt pas een e-learningcursus schrijven als je weet voor wie je die schrijft. Hoeveel kennis heeft de lezer al over het onderwerp? Door deze vraag te beantwoorden, kun je het schrijfdoel beter afbakenen en de lezer behoeden van irrelevante uitweidingen.
Hoe interessant je cursus ook is, de lezer zal zich gaandeweg minder goed kunnen focussen op de inhoud. De spanningsboog is bij online lezen helaas wat korter. Daarom moet je de belangrijkste informatie meteen aan het begin van de cursus aanbieden. Bewaar de details voor later.
Geef complexe concepten weer in korte zinnen en gebruik woorden die bijna iedereen wel kent. Zo kunnen cursisten nieuwe informatie makkelijker verwerken en het tempo bijhouden. We raden je aan om zinnen van maximaal twintig woorden te schrijven. Hier vind je een spiekbriefje met de ideale limieten.
Je lezers moeten je cursus eenvoudig kunnen vinden in hun leerbeheersysteem (Learning Management System, kortweg LMS). Verwerk relevante trefwoorden in de content, zodat je cursus beter vindbaar is.
Bedenk welke vragen deelnemers zouden kunnen hebben bij een bepaald onderwerp en stem de content daarop af.
Wat komt er kijken bij een geweldige
e-learningcursus? Onze experts leggen
het uit. Download nu je gratis exemplaar.
Als je e-learningcontent schrijft, moet je vooral actieve zinnen gebruiken, dus geen passieve zinnen. In een actieve zin is het onderwerp van de zin degene die handelt. Bij een actieve schrijfstijl komt je boodschap duidelijker en krachtiger over.
Vergelijk de onderstaande zinnen maar eens:
In een actieve zin staat het handelende onderwerp centraal. In deze zin is dat ‘de bakker’. In een passieve zin staat iets of iemand die een handeling ondergaat centraal. In dit geval ‘het brood’. Het onderwerp verdwijnt daarmee op de achtergrond.
Met actieve zinnen komt je verhaal sterker over. Hierdoor vinden cursisten de cursussen ook betrouwbaarder.
Met afbeeldingen kun je complexe concepten snel op een leuke manier weergeven. Daarnaast bieden video’s een combinatie van beeld en geluid waarmee je meerdere zintuigen tegelijk prikkelt. Je kunt media gebruiken om de betrokkenheid van je deelnemers te vergroten, maar dit werkt alleen als die media relevant is. In dit e-book lees je hoe je doelgericht video’s en afbeeldingen verwerkt in de leercontent.
Ook de beste schrijvers hebben er baat bij als hun e-learningcontent wordt nagelezen door iemand anders. We raden je aan om minstens één persoon naar je content te laten kijken. Misschien heb je het materiaal zelf al meerdere keren bekeken, maar een extra paar ogen en een objectieve blik kunnen geen kwaad. Iedere persoon die jouw tekst leest, kan je helpen om er foutjes uit te halen die je zelf over het hoofd hebt gezien.
Wil je meer handige e-learningtips? Lees onze blog met praktische e-learningtips.