Wat doe je als je op je werk een opdracht moet doen die volledig nieuw voor je is? Ga je zelf eerst research doen? Vraag je de collega naast je om advies?
Volgens het 70:20:10-model – voor learning & development – weten we exact hoe we voor het grootste deel leren op de werkvloer.
Er zijn eigenlijk twee 70:20:10-modellen die bedrijven gebruiken: een voor management-innovatie en een andere voor learning & development. In dit blog concentreren we ons op het learning & development-model dat McCall, Lombardo en Morrison in de jaren tachtig hebben ontwikkeld.
Uiteindelijk is ‘performance support’ de belangrijkste component voor dit gedeelte. Het betekent dat werknemers tijdens het leren naar iets uit hun werk kunnen verwijzen. In werkelijkheid kun je enkele dingen doen om dit specifieke gedeelte te verbeteren.
Zorg er ten eerste voor dat je over de juiste learning management tools beschikt. Als je in de juiste ‘performance support’ investeert, krijg je de beschikking over allerlei belangrijke data en analyses. Het is ook handig om de tools en bronnen mobiel beschikbaar te hebben.
Heb je dit op orde? Dan gebruik je deze 70% en kunnen je werknemers hun vaardigheden ontwikkelen op een efficiënte manier. Dit is hoe de medewerkers van een onderneming als Danone experimenteel leren stimuleren.
Van nature bespreken werknemers hun werk met elkaar en helpen ze elkaar. Hier hoef je dus niets speciaals voor in te richten. Dit gezegd hebbende, zijn er manieren waarop je het kunt aanmoedigen door de juiste sfeer in je bedrijf te bevorderen en door een learning management systeem te selecteren dat kennisuitwisseling mogelijk maakt.
Ontdek hoe bedrijven zoals Danone best practices
voor kennisdeling hebben geïmplementeerd.
Tot slot hebben we nog de kleinste sectie in officiële training: formeel leren. Bij het beoordelen van het 70:20:10-model, denken velen dat het model probeert om mensen te ontmoedigen om opleidingen te doen. Die aanname klopt simpelweg niet. Het feit dat hier ‘slechts’ 10% aan wordt toegekend, betekent niet dat er helemaal geen training zou moeten zijn. Het suggereert wel dat er meer aandacht moet zijn voor de kwaliteit van de training in plaats van de kwantiteit.
Bovendien kun je de formele training zien als een platform van waaruit de andere twee leertypen kunnen groeien. Zolang de 10% goed is, heeft sociaal- en ervaringsgericht leren meer kans van slagen. Je zal het verschil merken.