Het Lab Rotation Model biedt gepersonaliseerde onderwijsmogelijkheden die je naar behoefte kunt aanpassen. Het model kijkt naar zowel de leerbehoeften van curisten als de beschikbare middelen van de school of organisatie.
Het idee achter dit model is in feite dat cursisten deelnemen aan offline activiteiten in de traditionele fysieke omgeving. Daarna verplaatsen ze zich naar online activiteiten in een computerlokaal. Het is bijna identiek aan het Station Rotation Model , met één duidelijk verschil. In tegenstelling tot het Station Rotation Model, waarbij zowel offline- als online-activiteiten in dezelfde klas plaatsvinden, vereist Lab Rotation dat cursisten fysiek van kamer veranderen.
Het Lab Rotation Model kan op de volgende manier worden vormgegeven: cursisten brengen een deel van hun dag door in een computerlokaal en voltooien in hun eigen tempo het online curriculum. Een ander deel van de dag werken ze in een klas met een leraar. Hier kunnen ze de kennis die ze in het computerlokaal hebben opgedaan, uitbreiden. De leraar is er om lastige vragen te behandelen.
In een computerlokaal kunnen leerlingen flexibel in hun eigen tempo werken en alle tijd pakken die ze nodig hebben om het materiaal te begrijpen. Tijdens de persoonlijke interactie bieden leraren ondersteuning of verdieping waar nodig. Een leraar kan de studenten ook in groepen opdelen. Die groepen werken mogelijk aan hele andere dingen. Dat hangt af van hun voortgang in de cursus en het kennisniveau dat ze hebben getoond.
Een andere methode om dit model te implementeren is als volgt:
Met deze methode kan de leraar snel ingrijpen als cursisten extra ondersteuning nodig hebben.
Hoewel het Lab Rotation Model het meest wordt gebruikt op scholen, kan het ook effectief worden toegepast in organisaties. Organiseer de formele face-to-face training in een vergaderruimte om de belangrijkste dingen te leren. De werknemers kunnen de cursus vervolgens op elke gewenste plek online vervolgen. De trainer blijft dan in de trainingsruimte om extra ondersteuning en begeleiding in kleinere groepen te bieden.
Onze experts hebben de ultieme gids samengesteld
om je te helpen een blended learning-strategie op te
bouwen en een succesvol programma te lanceren.
In het begin kun je problemen ervaren bij het opzetten van een nieuw leermodel. Leraren of trainers zullen hun lesmethoden aanzienlijk moeten aanpassen. Denk aan het reorganiseren van activiteiten en het curriculum. Maar nadat je dat eenmaal hebt gedaan, kun je dezelfde planning verder hergebruiken.
Wanneer je cursisten naar het computerlokaal verplaatst, met name in een schoolomgeving, heb je extra toezicht nodig van een onderwijsassistent. De leraar moet immers achterblijven voor het gepersonaliseerde aspect van dit model. Die kan geen toezicht houden in het klaslokaal omdat hij aanvullende ondersteuning biedt.
Een andere uitdaging is om de software te kiezen en je eigen leerinhoud te vinden of te maken. Houd rekening met het gebruiksgemak voor zowel leraren als studenten, beoordelingsopties, het bijhouden van resultaten, kosten, enz.
Misschien wil je beginnen met een allesomvattende tool zoals Easygenerator. Easygenerator is een goed begin om cursussen en interactieve quizzen te maken. Daarnaast kun je eenvoudig de resultaten van leerlingen volgen en delen en de betrokkenheid van leerlingen controleren.
Omdat we ‘in de cloud zitten’ – zonder leercurve – is het met Easygenerator zeer eenvoudig om e-learnings te ontwerpen. Het enige wat de leerlingen nodig hebben om toegang te krijgen in het computerlokaal is een internetverbinding en hun eigen laptop of tablet.
Probeer Easygenerator eens 14 dagen vrijblijvend uit.